Inleiding
De leerkracht laat voorin in de klas iets zien wat energie nodig heeft om te bewegen. En vertelt tegen de leerlingen dat als je iets wilt laten bewegen je energie nodig hebt. Weten de leerlingen hoe ze dat vroeger deden? (spierkracht van de mens/dier) Kunnen de leerlingen voorbeelden noemen van iets waar we dat nog steeds nodig hebben? (fietsdynamo) Laat de leerlingen in de klas voorwerpen aanwijzen die energie nodig hebben om te werken. Welke soort energie wordt er bij welk voorwerp gebruikt?
Kern
Placemat
Welke manieren van energie opwekken hebben we tegenwoordig. Laat de leerlingen in groepjes van 4 een placemat hierover invullen. Ze vullen allemaal in een vak in welke manieren van energie opwekken ze allemaal kennen. Laat de leerlingen vervolgens de soorten energie in groepjes onderverdelen. Kom hierbij ongeveer uit op; fossiele brandstof, kernenergie en duurzame energie. |
|
De toekomst
De leerlingen gaan bedenken hoe het er in de toekomst eruit zou zien wat energie betreft. Ze gaan eerst op hun eigen plek bedenken welk soort energie er in de toekomst zou zien. Daarna gaan de leerlingen in een binnen kring en buitenkring staan. De gene die aan de binnenkant staat vertelt over zijn/haar idee over energie in de toekomst. De gene die in de buitenkring staat geeft zijn/haar meningen hierover aan de eerste persoon. Hierna draaien ze een paar plaatsen door. En wisselen we de rollen van de binnen kring en buitenkring.
De leerlingen gaan bedenken hoe het er in de toekomst eruit zou zien wat energie betreft. Ze gaan eerst op hun eigen plek bedenken welk soort energie er in de toekomst zou zien. Daarna gaan de leerlingen in een binnen kring en buitenkring staan. De gene die aan de binnenkant staat vertelt over zijn/haar idee over energie in de toekomst. De gene die in de buitenkring staat geeft zijn/haar meningen hierover aan de eerste persoon. Hierna draaien ze een paar plaatsen door. En wisselen we de rollen van de binnen kring en buitenkring.
Slot
De leerlingen krijgen van de leerkracht een blaadje. Hierop gaan ze opschrijven wat ze zouden willen weten over energie. De leerlingen maken van deze blaadjes propjes. Ze gooien deze naar het midden van het lokaal. Iedere leerling pakt een propje van de grond. De leerkracht vraagt sommige leerlingen om voor te lezen wat er op het blaadje staat. De leerkracht verzameld hierna de propjes van de leerlingen.
(Hiermee kun je bekijken wat de leerlingen graag zouden willen leren en onderzoeken)
(Hiermee kun je bekijken wat de leerlingen graag zouden willen leren en onderzoeken)